U bent hier
Meerwaarde creëren in Vlaamse landbouw

Vlaams parlementslid Jelle Engelbosch wil dat Vlaamse landbouwsubsidies ingezet worden om producten met meerwaarde te creëren. Daar ligt voor hem de sleutel om het inkomen van de landbouwer opnieuw te verhogen. 80% van de Vlamingen is immers bereid om meer te betalen voor een kwalitatief product ‘van bij ons’. De industriële vee-industrie moet zelfbedruipend zijn.
"Er is geen crisis in de landbouwsector, de internationale markt is definitief veranderd. Als overheid moeten we dit ondersteunen door te investeren in de kleinschalige familiale landbouw, waar producten met meerwaarde worden gemaakt. De huidige schaaluitbreiding in Vlaanderen moet dringend gestopt worden.”
Bekijk hier de discussie:
Lees hier de volledige uiteenzetting van Jelle:
Onze landbouwsector zorgt voor ons voedsel en onze landbouwsector draagt wezenlijk bij aan onze economie. Er is veel tewerkstelling en de Vlaamse landbouwsector realiseert een handelsoverschot van +/- 5 miljard euro. Om maar te zeggen dat de sector bijzonder waardevol is voor Vlaanderen en we deze sector moeten ondersteunen om eindelijk een omslag te maken naar een duurzame, economische sector die structureel winstgevend en zelfbedruipend kan zijn.
Ik heb het afgelopen jaar met heel wat landbouwers gesproken, en als ik één ding geleerd heb, dan is het dat geen enkele landbouwer afhankelijk wil zijn van subsidies. Zij willen enkel een eerlijke prijs voor hun product en willen niet langer de speelbal zijn van alle andere actoren in de keten. En ik ben tevreden met de aanpak van de Minister om de huidige crisis op korte termijn wat te verlichten.
Maar het is niet allemaal kommer en kwel. Ondanks het Ruslandboycot doet de fruitsector het vandaag niet slecht. Het gaat ook goed met de kippen en als we de mensen van Fedagrim mogen geloven, wordt er ook nog steeds geïnvesteerd in landbouwmachines.
Het is vandaag vooral de veesector die in de hoek zit waar de klappen vallen en het ziet er niet naar uit dat daar snel verandering gaat in komen. Nog maar vorige week hadden we het hier over de crisis in de varkenssector. Het is mijns inziens geen crisis. De veesector en het internationaal economisch landschap zijn wezenlijk veranderd en het is hoog tijd dat wij in Vlaanderen het geweer van schouder veranderen.
Ik heb niets tegen het exporteren van louter onverwerkte varkenskarkassen maar deze vee-industrie mogen we toch wel benaderen als een louter economische sector en daar mogen we toch van verwachten dat die zelfbedruipend is. De kleinschaligere landbouwer zal echter nooit kunnen concurreren tegen de onhaalbaar lage prijzen waar andere landen de markt mee overspoelen.
Moeten wij in Vlaanderen onze middelen niet inzetten om net die familiale ondernemingen te ondersteunen, zodat zij het verschil kunnen maken? Aan de ene kant geven we miljoenen euro’s investeringssubsidies voor nieuwe stallen in Vlaanderen en aan de andere kant geven we straks miljoenen euro’s subsidies om stallen die te veel stikstof uitstoten terug te sluiten. Het is dringend nodig om de zaak met een helikoptervisie te bekijken en te overwegen om alvast een koppeling te maken zodat een verdere schaaluitbreiding in Vlaanderen algemeen wordt stopgezet.
We moeten onze subsidies richten op de creatie van meerwaarde. Natuurlijk heeft de landbouw zijn plaats in Vlaanderen. Meer dan ooit zelfs: 80% van de Vlamingen is bereid meer te betalen voor een kwalitatief product 'van bij ons', een product waarvan de consument weet dat de boer een eerlijke prijs heeft ontvangen, een product dat gezond gekweekt is, een product gekweekt met aandacht voor extra dierenwelzijn, een product zonder te veel antibiotica, en een product dat zich kan onderscheiden in smaak. En dat is de omslag die het Vlaams landbouwbeleid de komende jaren moet maken.